LASERS geven een bijzondere vorm van licht dat naast een krachtige evenwijdige bundel uit maar één golflengte bestaat (één kleur). Dit maakt ze bij uitstek geschikt om een specifieke plek in de huid te behandelen. Een ontharingslaser gebruikt een specifieke golflengte die alleen wordt geabsorbeerd door pigment (in het haar), zonder daarbij het omringende weefsel te verhitten. Deze lasersystemen zijn speciaal ontwikkeld voor het ontharen.
Flitslampen (IPL, VPL, LHE) zenden een heel scala aan golflengten uit, net zoals een gewone lamp. Hierdoor werken ze dus niet uitsluitend op het pigment, maar ook op het vocht in de huid en de rode bloedlichaampjes in het bloed. De systemen VPL en LHE zijn variaties op IPL en zijn dus geen LASER. Flitslampen kunnen impact hebben (en schade berokkenen) op alle weefselcomponenten in en direct onder de huid. Maar men heeft hier iets op gevonden: door gebruik te maken van een filter voor de lamp worden bepaalde golflengtes onschadelijk gemaakt. De bundel licht die nu vrijkomt, kan worden gebruikt voor ontharen zonder ander weefsel te beschadigen. Wel gaat hierdoor een groot deel van het licht verloren. Er wordt dus minder warmte afgegeven aan het haar. Ook werken de flitslampen met grote koppen. De energiesterkte neemt hierdoor nog meer af. Met als gevolg dat de vernietiging van het haarzakje minder effectief is. Dit is een van de redenen waarom er met flitslicht meer behandelingen nodig zijn dan met laser.
Flitslampen zijn met name populair vanwege de mogelijkheid om te variëren met de golflengten, zodat meerdere behandelprocedures uitgevoerd kunnen worden met dezelfde machine, zoals het verwijderen van haarvaatjes. Deze flexibiliteit maakt flitslampen interessant voor schoonheidssalons. Daarbij is een flitslamp in aanschaf een stuk goedkoper dan een LASER.